U bevindt zich hier: Home  >  Publicaties

Publicaties

Sterbeeckia 16  01 1994


Cover
File Download
Inhoud

Inhoud

L. Imler- Leccinum griseum (Quélet) Singer 5
H. De Meulder - De geslachten Octospora Hedwig ex S.F. Gray en Lamprospora de Not. in België 9

Summary

In the present paper 8 species of the genus Octospora Hedw. ex S. F. Gray and 6 species of the genus Lamprospora de Not., collected from Belgium, are described and illustrated. Ten of them are new for the country. All these species were studied by means of fresh material. They are most closely associated with specific mosses. A determination key is given.

 

Samenvatting

In deze bijdrage worden 8 soorten van het geslacht Octospora Hedw. ex S. F. Gray en 6 soorten van het geslacht Lamprospora de Not., die in België verzameld werden, beschreven en geïllustreerd. Tien hiervan zijn nieuw voor ons land. Al deze soorten werden bestudeerd aan de hand van vers materiaal. Zij zijn meestal sterk geassocieerd met specifieke mossen. Een determinatiesleutel is bijgevoegd.


K. Van de Put - Scleroderma cepa Persoon 22

Summary

Scleroderma cepa Pers. seems to be less uncommon than generally thought. More and more, thin species has to be taken in consideration in the determination of our Sclerodermas. A macroscopic and microscopie description is given with a discussion on the ecology in Flanders.

 

De laatste jaren konden wij meermaals, op verschillende vindplaatsen, in droge greppels en grachten honderden exemplaren van Scleroderma cepa Pers. waarnemen. Deze Gasteromyceet wordt echter in het algemeen als de zeldzaamste uit het genus aanzien. Of deze plotse algemenere aanwezigheid te wijten is aan de recente warmere zomers, of omdat er meer gericht naar uitgekeken en dus mogelijk voorheen miskend werd, blijft een open vraag. Het blijft wel een vaststaand feit dat wij met de aanwezigheid van deze zwam in de toekomst terdege rekening moeten houden bij het bepalen van onze Scleroderma’s.

Het kan daarom interessant zijn zowel de macroscopische als de microscopische kenmerken nog eens nader te bekijken, vooral dan omdat er in de Nederlandstalige literatuur relatief weinig wordt over vermeld.


I. Antonissen - Ceratobasidium Rogers 26

Summary

In this genus 5 species are known in Europe, three with a specific saprophytic habitat, Ceratobasidium cornigerum, C. pseudocornigerum and C. stridii are found in the Zoerselbos ( prov. Of Antwerp) in Belgium. A description is given together with a comparison of the vegetative and reproducing elements. Hosts and frequency of findings are mentioned.

 

Samenvatting

Een geslacht met 5 vertegenwoordigers in Europa, drie ervan met een saprofytisch bestaan en weinig opvallend door hun groeiwijze en groeiplaats. Deze saprofytisch groeiende soorten, Ceratobasidium cornigerum, C. pseudocornigerum en C. stridii werden gevonden in het Zoerselbos (prov. Antwerpen).


J. Schavey - Poronia erici Lohmeyer & Benkert 30

Summary

Report on the find of Poronia erici, growing on rabbit-droppings, in Antwerpen-Linkeroever (Province of Antwerp, Belgium). Macro- and microscopical descriptions with black and white drawings are given. The history of the species, the differences with other members of the genus and the systematic position of the genus are discussed.


K. Van de Put & I. Antonissen - Bijdrage tot de kennis van het genus Geastrum aan de Belgische kust 35

Summary

Note on the species of the genus Geastrum from the Belgian coast. During the last ten years 9 out of the 13 earthstars recorded from Belgium were observed. Geastrum campestre, G. corollinum, G. coronatum, G. pectinatum and G. striatum are new records, while G. coronatum was hitherto not officialy recorded in Belgium. The other discussed species are G. fimbriatum, G. schmidelii, G. minimum and G. triplex. G. melanocephalum, once found in 1958, is not yet recollected.


I. Antonissen & K. Van de Put - lntrahymeniale en parasitaire heterobasidiomyceten van het Zoerselbos 41

Summary

During further inventarisation of the mycoflora of the Zoerselbos area (Province of Antwerp) seven species of intrahymenial and parasitic heterobasidiomycetic fungi were observed. The species we will present are: Exidiopsis vermifera, TremelIa globospora, T. obscura, T. penetrans, T. polyporina, Tulasnella inclusa and Xenolachne longicornis. The parasitic character of most of these species is proved by the presence of typical haustorial cells. The imperfect form of TremelIa obscura is not seldom found in Dacrymyces stillatus, and an infection rate of over 700,10 of the examinated carpofores is not uncommon in some biotopes in optimal climatic circumstances.

 

Samenvatting

Wanneer men over Heterobasidiomycetes spreekt stelt men zich meestal de grotere gekende trilzwammen voor zoals een TremelIa mesenterica, een Exidia glandulosa, een Auricularia auriculajudae, een Myxarium nucleatum, een Dacrymyces of een Calocera. Nochtans is er een groep van minder bekende Heterobasidiomycetes die zich zeer sterk gespecialiseerd heeft en die wij kunnen aantreffen in of op andere fungi en die meestal geen eigen vruchtlichaam vormen. Vele soorten vormen dan zogenaamde haustoriën die kunnen worden opgevat als een soort enterorgaantjes waarmee de parasiet zich op de hyfen van de gastheer vastzet. De laatste twee jaren konden we een zevental soorten van deze eigenaardige fungi opsporen die we hier zullen voorstellen. Achroomyces peniophorae, een parasiet in Corticiaceae, die ook in deze groep thuishoort, werd reeds uitvoerig beschreven in Sterbeeckia Nr. 15 (1990).


K. Van de Put - Sirobasidium brefeldianum Möller f. microsporum Maire 50

Summary

Since the first description of Sirobasidium brefeldianum from Brazil in 1895 by Möller, this rare  Heterobasidiomycetic fungus was only reported from South-Carolina (Coker 1920), Ceylon (Petch 1922) and France (Maire 1945). In the winter 90-91 we had the opportunity to make 5 collections of this fungus on 3 different stations in the same biotope : the roots of blowndown Picea abies, in the "Zoerselbos" area, Province of Antwerp, Belgium. For the first time the ballistospores, hitherto unknown for this species, could be observed. We believe that the description of S. brefeldianum f. microsporum by R. Maire is based on the study of immature material. However the predominant presence of horizontal basidial septae make this european form, or variety, to be different from the type.

 

Samenvatting

Het geslacht Sirobasidium werd in 1892 opgericht door Lagerheim en Patouillard, na het vinden van twee soorten, S. albidum en S. sanguineum, in de Pululahua-krater in Equador. Het genus wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van Het geslacht Sirobasidium werd in 1892 opgericht door Lagerheim en Patouillard, na het vinden van twee soorten, S. albidum en S. sanguineum, in de Pululahua-krater in Equador. Hét genus  wordt gekenmerkt door de aanwezigheid basidiën die achter elkaar in ketens worden gevormd en voorzien zijn van kruiselings ingeplante septen. In Europa was alleen Sirobasidium cerasi gekend, beschreven door Bourdot en Galzin in 1909. Die bleek achteraf echter geen Heterobasidiomyceet te zijn maar wel de imperfecte vorm, Coryne albida, van de Ascomyceet Ascocoryne solitaria. De enige echte Sirobasidium die uit Europa vermeld wordt is S. brefeldianum f. microsporum, door R. Maire in 1945, in Frankrijk gevonden op Laburnum (Gouden regen). Deze vorm verschilt van de typesoort door de aanwezigheid van één dwarse tot licht schuine septe in de basidiën. In de winter 90-91 hadden wij het geluk deze uiterst zeldzame Heterobasidiomyceet vijf maal te kunnen verzamelen op drie verschillende plaatsen in een Picea abies bestand te Zoersel.


L. Imler - Amanita aspera (Vittadini) Quélet 55