Inhoud |
Sterbeeckia 29: 3-22 (2009). BIJDRAGE TOT DE KENNIS VAN HET SUBGENUS TELAMONIA (CORTINARIUS) IN BELGIË. 15de verslag van de werkgroep Cortinarius André de Haan, Jos Volders, Jac Gelderblom & Peter Verstraeten
Summary In this fifteenth report by the Cortinarius study-group of the “Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging” full descriptions, illustrations and discussions are given of Cortinarius cucumisporus M.M. Moser , C. unimodus Britzelm., C. rigidiusculus Nezdojm., C. fistularis Britzelm. ss. Favre, C. hinnuleus Fr., C. fagetorum (M.M. Moser) M.M. Moser, C. junghuhnii Fr., and C. privignoides Rob. Henry (additional to coll. 3).
Inleiding In dit vijftiende rapport van de Cortinarius-werkgroep worden 8 collecties beschreven, die verzameld werden in 2008, nl. Cortinarius cucumisporus M.M. Moser, C. unimodus Britzelm., C. rigidiusculus Nezdojm., C. fistularis Britzelm. ss. Favre, C. hinnuleus Fr., C. fagetorum (M.M. Moser) M.M. Moser, C. junghuhnii Fr., en C. privignoides Rob. Henry (aanvullend aan coll. 3). Voor de gevolgde werkwijze verwijzen we naar de vorige rapporten (de Haan et al. 1994, etc.). Kleurcodes in de tekst volgen Séguy (1936, verder aangeduid als Sé).
Sterbeeckia 29: 23-26 (2009) BOTRYANDROMYCES AND ECTEINOMYCES (LABOULBENIALES) IN BELGIUM André De Kesel
Summary This paper presents records of Botryandromyces heteroceri and Ecteinomyces trichopterophilus (Laboulbeniinae) from Belgium. Both species are described and illustrated; some comments on their ecology are given.
Samenvatting Dit artikel presenteert gegevens van Botryandromyces heteroceri en Ecteinomyces trichopterophilus in België. Beide soorten worden beschreven en geïllustreerd; gegevens over hun ecologie worden besproken.
Keywords: Laboulbeniales, Botryandromyces, Ecteinomyces, Heteroceridae, Ptiliidae, Belgium.
Sterbeeckia 29: 27-31 (2009) . PHYSARUM SQUAMOSUM EN LEPIDODERMA TIGRINUM, TWEE NIEUWE SOORTEN MYXOMYCETES (EUMYCETOZOA) VOOR BELGÏE Myriam de Haan
Summary Through the publication in 2004 of the new species Physarum squamosum Flatau & Schirmer (Physaraceae, Myxomycetes, Eumycetozoa) two Belgian collections could finally be identified. The first collection dated from November 1994 and was made in Zoerselbos (Zoersel, Province of Antwerp) on dead bramble stem (Rubus sp.). The second one was made in November 1999 in Palingbeek (Zillebeke, Province of West Flanders) from stacked logs of broadleaf trees (Sterbeeckia 20, 2001).
A search for Myxomycetes in March 2005 during snowmelt on the highest point (alt. 625 m) of Belgium, Baraque Fraiture (Natuurparkcentrum Botrange, Robertville, Prov. Luik), resulted in the first record of Lepidoderma tigrinum (Schrad.) Rostaf. (Didymiaceae, Myxomycetes) in Belgium. A large population covered an area of a few square meters of the pine forest floor. Fruiting bodies were found primarily on living mosses, but also on dead stubs, pine needles and soil.
This article comprises descriptions, colour drawings and photographs of the fruiting bodies and colour drawings of the microscopic features of Belgian collections of these species.
Inleiding In 1994 en 1999 werden respectievelijk in het Zoerselbos te Zoersel (Prov. Antwerpen) op dode braamstengel en in de Palingbeek te Zillebeke (Prov. West-Vlaanderen) op gestapelde loofhoutstammetjes gelijkaardige collecties gevonden van telkens een klein aantal, verspreidstaande vruchtlichamen die behoren tot het genus Physarum Pers. Omwille van de zeer typische structuur van het peridium, dat afwijkt van alle gekende Physarum-soorten, werden de exsiccaten naamloos bewaard. Tot de publicatie van de soort Physarum squamosum Flatau & Schirmer in 2004.
In maart 2005 werd een zoektocht naar Myxomyceten gedaan op het hoogste punt van België, Baraque Fraiture na bij het Natuurparkcentrum Botrange (Robertville, Prov. Luik). Een maand eerder was er in deze streek een sneeuwlaag van maximaal 50 cm dikte gevallen en op het ogenblik van de veldtocht was deze reeds tot op enkele plekken na weggesmolten. Lepidoderma tigrinum (Schrad.) Rostaf., nieuw voor België, werd op één plaats massaal gevonden.
Sterbeeckia 29: 32-43 (2009) WAARNEMINGEN IN HET GENUS ALNICOLA (ZOMPZWAM) IN VLAANDEREN André de Haan
Summary In this first contribution on the genus Alnicola in Flanders (northern Belgium), four species i.e. Alnicola amarescens, A. sphagneti, A. umbrina and A. tantilla, are treated. Each species is described and discussed; digital photographs, microscopical drawings and SEM-pictures are given.
Samenvatting In deze eerste bijdrage tot de kennis van de Alnicola-soorten van Vlaanderen, worden vier soorten behandeld: Alnicola amarescens, A. sphagneti, A. umbrina en A. tantilla. Elke soort wordt uitvoerig beschreven en besproken; digitale foto’s, microscopie-tekeningen en SEM-foto’s worden gegeven.
Sterbeeckia 29: 44-47 (2009) DALDINIA PETRINIAE NIEUW VOOR BELGIË Bernard Declercq
Summary Daldinia petriniae Y.M. Ju, J.D. Rogers & F. San Martín new for Belgium. Daldinia petriniae, a rare species recently collected in Flanders (Belgium), is described and illustrated. A key of the Belgian Daldinia species is presented.
Inleiding De Kogelhoutskoolzwam - Daldinia concentrica (Bolton) Ces. & De Not. – is een goed gekende en vrij algemene ascomyceet die in hoofdzaak voorkomt op deels of volledig afgestorven stammen van Es. In België komen echter nog een aantal andere en enigszins gelijkaardige soorten voor die veel minder goed gekend zijn. In dit artikel wordt, naar aanleiding van een recente vondst van Daldinia petriniae, nader ingegaan op dit genus en de soorten die tot op heden gevonden werden in België.
Sterbeeckia 29: 48-56 (2009) ONDERZOEK NAAR DE SUCCESSIE VAN PADDENSTOELEN OP DOOD HOUT, EEN EVALUATIE NA 18 JAAR (1990-2007) Hubert De Meulder
Summary The composition of the fungal community was studied on small logs belonging to eight different deciduous wood species. The investigation was conducted in the nature reserve "Fort 7" at Wilrijk (prov. Antwerp) and started shortly after the trees were cut down. From 1990 to 2007 (see De Meulder 1993-2003 for previous reports) a total of 199 species were recorded, i.e. 169 fungi and 30 myxomycetes.
The appearance of Mycena spp. on the different types of wood becomes very marked towards the final stages of the decomposition. Of all taxa, Mollisia cinerea and Xylaria hypoxylon were seen most frequently (years) and throughout the entire succession, occurring on almost all types of wood. Logs from Birch and Elder are totally decomposed after 18 years. Eighty taxa seem specific as they were observed on only one type of wood. A quarter of these, i.e. approximately ten percent (20 taxa) of the total amount of taxa observed, occurred exclusively on Birch. An evaluation of 18 years of research is given.
Samenvatting Tussen 1990 en 2007 werd de successie van paddenstoelen en slijmzwammen bestudeerd op boomstammetjes van acht verschillende loofhoutsoorten. Het hout werd direct na het kappen rechtstreeks op de grond gestapeld in het natuurreservaat van "Fort 7" te Wilrijk (prov.Antwerpen). Tussentijdse opnamen van de soorten werden geregeld gepubliceerd in De Meulder (1990-2003).
Over 18 jaar nagenoeg onverstoorde afbraak werden 199 soorten opgetekend, waarvan 169 paddenstoelen en 30 slijmzwammen.
Het is opvallend dat in de laatste fase van de afbraak vooral de Mycena’s belangrijk worden. Van alle geobserveerde soorten blijken Mollisia cinerea (Gedrongen mollisia) en Xylaria hypoxylon (Geweizwam) in de successie te domineren (aantal jaren aanwezig). Beide komen ook voor op nagenoeg alle houtsoorten. Vlier- en berkenhout is totaal ontbonden na 18 jaar. Tachtig soorten werden op slechts één houtsoort gevonden. Een kwart daarvan, ongeveer tien procent van het totaal aantal soorten (20), komt uitsluitend voor op Berk. Een evaluatie van 18 jaar onderzoek wordt gegeven.
|