05 JUNI
Lezing: “Laboulbeniales: onderbestudeerde, ectoparasitaire microzwammen in een nieuw daglicht” (NMV)
2021 (2), laatst bijgewerkt op 13/10/2021
Nectriopsis violacea (J.C. Schmidt: Fr.) Maire – Heksenboterkorrelwebzwam
Gemeld en determinatie: Diane Thora, 2 oktober 2021.
Kenmerken: fel paars gekleurde en parasitaire pyrenomyceet, de Heksenboter bedekkend; perithecia (0,25 mm) dicht op elkaar, subiculum eerst bleek, ostiolen met kleurloze haren, parafysen afwezig, top asci afgerond; enkel gesepteerde hyaliene sporen 7-9 x 2-3 µm.
Onderzocht materiaal: aethalium Fuligo septica; Kiewit (Hasselt), D6.47.42, 2/10/2021, microdet. & herb. Diane Thora, DTF2021002.
Literatuur:
Waldner, H. (1985). Nectriopsis violacea (Schmid: Fries) Maire: ein wohl nicht alltäglicher Pyrenomyzetenfund. Mitteilungsblatt der Arbeitsgemeinschaft Pilzkunde Niederrhein 5: 206-210.
Hoogte 6 cm.
Pycnoporellus fulgens(Fr.) Donk – Oranje sparrenhoutzwam
Gemeld en determinatie: Diane Thora, 26 september 2021.
Kenmerken: eenjarig; vruchtlichaam een zwak concentrisch gezoneerde, zittende hoed, 7 cm breed; hoedoppervlak oranjerood en poriënoppervlak geeloranje; poriën hoekig tot labyrintachtig, 1-3 per mm; sporee wit; sporen glad, cilindrisch, 6-8 x 2,5-4 µm; sterke donkerrode verkleuring met druppel KOH.
P. fulgens komt voor op dode stammen door Fomitopsis pinicola aangetast; een saprotrofe houtzwam van oude sparrenbossen (Funbel-database 2 meldingen op Fagus sylvatica).
Onderzocht materiaal: liggende stam Picea abies; Kiewit (Hasselt), D6.47.42, 26-09-2021, microdet. & herb. Diane Thora, DTF2021001.
Literatuur:
KVMV, Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging. (2021). Funbel-database, Adm. E. Vandeven - (http://kvmv.be/index.php/soortenlijst), 26-09-2021.
Smeets M. & Hermans J. (2021). De Oranje sparrenhoutzwam (Pycnoporellus fulgens), een interessante nieuwkomer in Limburg. Natuurhistorisch maandblad. 110/3: 54-61. Maastricht.
Teratosphaeria agapanthi(Kalchbr. & Cooke) Crous– Tuberoospuntkogeltje nom. nov.
Gemeld: Bernard Declercq, datum: 22 augustus 2021.
Kenmerkendvoor deze ascomyceet zijn de vorming van talrijke ongeveer 100 µm diam. pseudothecia en de zakvormige asci met 8 multiseriate, 1-septate ascosporen 17-21 × 4,5-6 µm. De ascosporen worden pas overrijp bruin, een kenmerk van het genus.
Onderzocht materiaal: dode bladeren van Agapanthus africanus, Ooidonk, Kasteel, 5-8-2021, IFBL, D2.38.13, det. Bernard Declercq, herb. BD 21040 (BR).
Deze oorspronkelijk van uit Zuid-Afrika in 1880 beschreven soort is pas recent opgedoken in mediterraan Europa (in Portugal in 2010 en in Frankrijk in 2013), telkens op bladeren van Agapanthus africanus. Vermoedelijk dus een hooggespecialiseerde soort die zich aan het verspreiden is samen met de populair geworden sierplant.
Fen.:III-VIII.
Geraadpleegde literatuur:
Crous P.W. et al. 2011 – Additions to the Mycosphaerella complex. IMA Fungus 2(1): 61.
Crous P.W. et al. 2020 - New and Interesting Fungi. 3. FUSE 6: 221.
Fig. 1. Teratosphaeria agapanthi: ascomata; inzet: ascus en ascosporen (foto B. Declercq)
05 JUNI
Lezing: “Laboulbeniales: onderbestudeerde, ectoparasitaire microzwammen in een nieuw daglicht” (NMV)
05 JUNI
Educatieve bijeenkomsten van ZWAM te Diest
06 JUNI
Inleiding tot de boleten (Boletales) (B&D)
09 JUNI
Avondexcursie geannuleerd
13 JUNI
Determinatieavond
18 JUNI
BioBlitz Bos van Aa te Zemst
19 JUNI
Educatieve bijeenkomsten van ZWAM te Diest